Terug naar inhoudsopgave

Verbinding maken met een netwerk: Gebruikershandleiding Intel(R) PRO/Wireless LAN Mini PCI-adapter


Verbinding maken met een netwerk via Intel(R) PROSet


Intel(R) PROSet inschakelen voor het beheer van de draadloze verbindingen

Als u momenteel uw draadloze verbindingen beheert met Windows XP, moet u Windows XP uitschakelen voordat u Intel(R) PROSet kunt instellen als het beheerprogramma voor uw draadloze verbindingen.

  1. Klik op het bureaublad op Start > Configuratiescherm. Dubbelklik op Netwerkverbindingen, klik met de rechtermuisknop op Draadloze netwerkverbinding en klik op Eigenschappen.
  2. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen voor draadloos netwerk op de pagina Draadloze netwerken.
  3. Controleer of het selectievakje "Draadloos netwerk automatisch configureren" uitgeschakeld is.
  4. Dubbelklik op het pictogram van Intel(R) PROSet op de taakbalk.
  5. Als u al profielen heeft ingesteld, klikt u op de pagina Netwerken. In de lijst met profielen worden in dat geval de beschikbare netwerken weergegeven. Als u nog geen profielen heeft gemaakt, raadpleegt u Nieuwe profielen maken voor meer informatie.

Beheer van draadloze verbindingen door Windows XP uitschakelen

Ga als volgt te werk om Windows XP uit te schakelen als het beheerprogramma voor de draadloze verbindingen:

  1. Dubbelklik op het pictogram van de draadloze netwerkverbinding op de taakbalk.
  2. Klik met de rechtermuisknop op de draadloze netwerkverbinding en klik vervolgens op Eigenschappen.
  3. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen voor draadloze netwerkverbinding op de tab Draadloze netwerken.
  4. Verifieer dat het selectievakje Draadloos netwerk automatisch configureren niet is ingeschakeld. Als dat wel zo is, schakelt u het uit.
  5. Klik op OK. Op deze manier weet u zeker dat Intel(R) PROSet is geconfigureerd voor het beheer van uw netwerkprofielen.
Opmerking: Klik op de knop Geavanceerd op het tabblad Netwerken en controleer of de optie Melden wanneer Windows XP Zero Config ingeschakeld is is geselecteerd. Als deze optie ingeschakeld is, wordt een waarschuwing weergegeven wanneer Windows XP de netwerkprofielen wil gaan beheren.

Windows XP uitschakelen vanuit Intel(R) PROSet

Ga als volgt te werk om Windows XP uit te schakelen vanuit Intel(R) PROSet:

  1. Als Windows XP ingeschakeld is, is de pagina Netwerken van Intel(R) PROSet uitgeschakeld. De taakbalkoptie Profiel selecteren is ook uitgeschakeld.
  2. Klik op Ja als het dialoogvenster Intel(R) Configuratieservice wordt weergegeven. Als u op Nee klikt, wordt Windows ingeschakeld als het beheerprogramma voor draadloze verbindingen.
Opmerking: Als Intel(R) Configuratieservice ingeschakeld is, verschijnt een dialoogvenster waarin u wordt gevraagd om Windows XP in of uit te schakelen voor het beheer van de draadloze verbindingen. De optie Melden wanneer Windows XP Zero Config ingeschakeld is kan worden ingeschakeld door op de knop Geavanceerd in het tabblad Netweken te klikken. Als deze optie ingeschakeld is, wordt een waarschuwing weergegeven wanneer Windows XP de netwerkprofielen wil gaan beheren.
  1. Klik op Eigenschappen voor netwerkverbinding openen.
  2. Schakel het selectievakje Draadloos netwerk automatisch configureren op het tabblad Draadloze netwerken van Windows XP uit.
  3. Klik op OK om Intel(R) PROSet in te schakelen.

Tabbladen (pagina's) van Intel(R) PROSet

In het hulpprogramma Intel(R) PROSet heeft u de beschikking over de volgende tabbladen (pagina's):

Tabblad Algemeen

De pagina Algemeen bevat een aantal basisgegevens over de verbinding. Als u verbonden bent met een netwerk, ziet u informatie als SSID, profielnaam, snelheid en instellingen voor het toegangspunt, zoals de 802.11-band, het kanaal en de beveiligingsmodus. Het gedeelte van de pagina Algemeen over de signaalkwaliteit geeft informatie over de kwaliteit van het draadloze signaal. Dit kan variëren van matig tot uitstekend, afhankelijk van de omgeving en de kwaliteit van het signaal dat wordt uitgezonden door het toegangspunt. De huidige status van de radio wordt ook weergegeven op het tabblad Algemeen van Intel(R) PROSet. Raadpleeg De radio inschakelen/uitschakelen voor informatie over het in- en uitschakelen van de radio. Klik op de knop Details op de pagina Algemeen om detailparameters voor het toegangspunt of de netwerkadapter weer te geven. 


Tabblad Netwerken

Op de pagina Netwerken worden de beschikbare profielen weergegeven in de profiellijst. Profielen kunnen gerangschikt worden op de prioriteit van de bijbehorende netwerkverbindingen. Met het eerste profiel in de profiellijst kan een verbinding met één netwerk gemaakt worden, waarna automatisch het tweede profiel wordt gebruikt om een verbinding met een tweede netwerk te maken. De computer blijft dus verbonden tijdens de overschakeling van het ene draadloze netwerk naar het andere. Hoewel meerdere profielen kunnen worden toegewezen aan hetzelfde netwerk, kunt u maar één profiel per verbinding gebruiken. Als u een nieuw profiel wilt toevoegen, gebruikt u de wizard Profiel, die bestaat uit een reeks van dialoogvensters waarmee u de profielinstellingen configureert. In de volgende secties wordt besproken hoe u een profiel voor een verbinding met een netwerk kunt configureren.


Tabblad Adapter

Gebruik de opties op het tabblad Adapter om instellingen voor een ad-hocnetwerk te configureren en opties voor energieverbruik en verzendenergie in te stellen.                                   

Energiebeheerinstellingen: Met deze instellingen kunt u het niveau van de verzendenergie van de adapter aanpassen voor zowel situaties waarin netvoeding wordt gebruikt, als situaties waarin de computer werkt op de batterij.

Instellingen ad-hocnetwerk: Met deze instellingen kunt u de band en het kanaal selecteren voor een ad-hocnetwerk dat u wilt maken. De instellingen worden genegeerd als u zich aanmeldt bij een bestaand netwerk.


Probleemoplossing

Het tabblad Probleemoplossing bevat statistische informatie over de huidige draadloze verbinding. Vanuit dit tabblad kunt u tevens het bijhouden van een logboek inschakelen of uitschakelen en logboeken bekijken. Als u het dialoogvenster Statistieken wilt openen, klikt u op de knop Statistieken. 

Weergave signaalkwaliteit en signaalsterkte: De huidige kwaliteit en sterkte van het signaal worden aangegeven met percentages. De percentages geven aan hoe goed de adapter communiceert met de gekoppelde draadloze router.

Gemiste TP-bakens: Procentuele waarde voor het aantal bakens dat de adapter heeft gemist. Hoe lager het aantal, hoe beter het signaal.

Aantal pogingen tot opnieuw verzenden: Procentuele waarde voor het aantal gegevenspakketten dat opnieuw moest worden verzonden door de adapter. Hoe lager het aantal, hoe beter het signaal.

Doorvoer: Huidige doorvoersnelheid uitgedrukt in Mbps.

Netwerknaam (SSID): Naam van het netwerk waarmee de draadloze adapter is verbonden.

Profielnaam: Naam van het profiel dat momenteel wordt gebruikt.

Uitvoermodus: De naam van de uitvoermodus die wordt gebruikt: Infrastructuur [TP] of Ad hoc.

Snelheid: De transmissiesnelheid tussen de adapter en de draadloze router, uitgedrukt in Mbps. De transmissiesnelheid kan mede afhankelijk zijn van de afstand tussen de adapter en de draadloze router. De adapter stelt de gegevenssnelheid automatisch in (802.11b - 11, 5,5, 2 of 1).

Kanaal (frequentie): Hier worden het kanaal en de frequentie die op dit moment worden gebruikt, weergegeven.

Band: Hier wordt 802.11b weergegeven.


Geavanceerde instellingen (systeemopties)

U kunt de geavanceerde instellingen gebruiken om de draadloze netwerkverbindingen en voorkeuren voor profielbeheer te configureren. Gebruik de knop Profielen importeren/exporteren om profielen te importeren in en te exporteren uit de profiellijst. De instellingen die u selecteert in Geavanceerde instellingen, hebben een weerslag op alle geïnstalleerde draadloze adapters. Om toegang te krijgen tot de geavanceerde instellingen, klikt u op de knop Geavanceerd op de pagina Netwerken.

Beschrijving van geavanceerde instellingen

Naam

Beschrijving

Automatisch verbinden

Alleen via profielen verbinding maken met een beschikbaar netwerk: (standaardinstelling): hiermee worden de profielen in de profiellijst gebruikt om een verbinding tot stand te brengen met een beschikbaar netwerk.

Verbinding maken met willekeurig netwerk als er geen bijpassend profiel wordt gevonden: hiermee wordt een verbinding met een beschikbaar netwerk tot stand gebracht zonder een profiel uit de profiellijst te gebruiken.

Alleen verbinden met willekeurig netwerk op basis van profielen (Cisco-modus): hiermee wordt een verbinding met een beschikbaar netwerk tot stand gebracht met behulp van profielen waarvoor Cisco CCX (versie 2) is geactiveerd. In deze modus kan een verbinding worden gemaakt met toegangspunten waarop meerdere netwerknamen en lege netwerknamen (SSID's) worden ondersteund.

Verbindingsvoorkeur

Om de optimale transmissiesnelheid te realiseren, is het van belang vast te stellen met wat voor type toegangspunt de draadloze adapter zal worden verbonden. In de geavanceerde instellingen kunt u kiezen uit modi waarmee u de omgeving kunt optimaliseren.

Verbinden met infrastructuur en ad-hocnetwerken: (standaardinstelling): hiermee worden de profielen in de profiellijst gebruikt om een verbinding tot stand te brengen met infrastructuur- en ad-hocnetwerken.

Alleen verbinden met infrastructuurnetwerken: hiermee worden de profielen alleen gebruikt om verbinding te maken met infrastructuurnetwerken.

Alleen verbinden met ad-hocnetwerken: De draadloze adapter kan alleen worden verbonden met ad-hocnetwerken.

Selectie draadloze modus voor infrastructuurnetwerk

Hieronder wordt uitgelegd op welke manieren de adapter kan functioneren in de infrastructuurmodus. De adapter kan op drie manieren worden gebruikt:

  • Verbinden met 802.11a- en 802.11b-netwerken: Deze optie is niet beschikbaar.
  • Alleen met 802.11a-netwerken verbinden: Deze optie is niet beschikbaar.
  • Alleen met 802.11b-netwerken verbinden: Met deze optie zoekt de adapter zoekt naar de beste 11b-routers en gebruikt daarbij als transmissiesnelheden 1, 2, 5,5 en 11 Mbps. In de lijst Beschikbare netwerken worden alle 11b-routers weergegeven.

Opmerking: Met deze optie voor de draadloze modus (modulatietype) wordt bepaald welke ontdekte draadloze routers worden weergegeven in de scanlijst.

Profielbeheer

Beschikbare netwerken weergeven wanneer deze niet zijn gekoppeld: Als er geen netwerken beschikbaar zijn die overeenkomen met een profiel in de profiellijst, wordt het dialoogvenster Configuratieservice weergegeven met een overzicht van de beschikbare netwerken. Als u het selectievakje "Dit niet meer weergeven" inschakelt, wordt het dialoogvenster niet meer weergegeven als de adapter de verbinding met het netwerk verliest. De Configuratieservice blijft nog wel functioneren en zal proberen een verbinding tot stand te brengen, hetzij met gebruikmaking van een profiel in de profiellijst, hetzij met een beschikbaar netwerk, afhankelijk van de selectie bij de optie Alleen via profielen verbinden met beschikbaar netwerk. Als deze optie is ingeschakeld en er geen passend profiel wordt gevonden, wordt geen verbinding tot stand gebracht. Als de pogingen een verbinding tot stand te brengen, niet slagen, zal de adapter onverbonden blijven.

Melden wanneer voorzieningen voor profielbeheer worden uitgeschakeld:

  • Ingeschakeld: Als Windows XP Zero Configuration wordt ingeschakeld terwijl u Intel(R) PROSet gebruikt om de draadloze adapter te beheren, verschijnt een dialoogvenster met het bericht dat Windows XP uw profielen beheert.

    • Selecteer Ja om de adapter te laten beheren door Intel(R) PROSet.

    • Selecteer Nee om de adapter te laten beheren door Windows XP.

Als een ander beheerprogramma voor draadloze adapters (niet het beheerprogramma van Windows XP) wordt ingeschakeld, verschijnt een dialoogvenster met het bericht "Een ander draadloos LAN-hulpprogramma communiceert met de Intel(R) PRO/Wireless LAN-adapter. Functies voor profielbeheer van Intel(R) PROSet zijn tijdelijk uitgeschakeld om conflicten te vermijden."

  • Uitgeschakeld: Als Windows XP Zero Configuration of een ander beheerprogramma voor draadloze adapters wordt ingeschakeld terwijl Intel(R) PROSet de draadloze adapter beheert, wordt er geen melding weergegeven.

Wanneer Windows XP Zero Configuration ingeschakeld is en dit selectievakje uitgeschakeld is, of als u Nee heeft geantwoord op de bovenstaande vraag, kan de knop Verbinden op de pagina Profiel niet meer worden gebruikt om een verbinding met beschikbare netwerken tot stand te brengen. Met de knop Scannen kunt u beschikbare netwerken zoeken. De knop Verbinden is echter niet beschikbaar wanneer u hiermee een verbinding met een beschikbaar netwerk wilt maken. De volgende situaties kunnen zich ook voordoen:

    • Ad-hocmodus is uitgeschakeld. De knop Verbinden in het dialoogvenster voor ad-hocverbindingen functioneert niet meer.

    • Menu van het pictogram op de taakbalk: Het is niet meer mogelijk om vanuit het taakbalkmenu een ad-hocprofiel te starten of een profiel toe te passen.

Melden wanneer Windows XP Zero Config ingeschakeld is:

  • Ingeschakeld: Als dit selectievakje is ingeschakeld wanneer Intel(R) PROSet wordt gestart en Windows XP Zero Configuration actief is, verschijnt een dialoogvenster met het bericht dat Windows XP uw profielen beheert. Dit betekent dat Windows XP Zero Configuration is ingeschakeld en de draadloze adapter beheert. U wordt gevraagd om een antwoord op de volgende vraag:

Wilt u het Windows XP-beheer uitschakelen en Intel(R) PROSet de draadloze adapter laten beheren?

    • Selecteer Ja om de draadloze adapter te laten beheren door Intel(R) PROSet.

    • Selecteer Nee om de adapter te laten beheren door Windows XP.

Uitgeschakeld: Als dit selectievakje uitgeschakeld is wanneer Intel(R) PROSet wordt gestart, wordt u niet gewaarschuwd als Windows XP Zero Configuration wordt ingeschakeld voor het beheer van draadloze adapters.

Windows XP Zero Configuration-service stil uitschakelen: Selecteer deze optie om de Windows XP Zero Configuration-service automatisch uit te schakelen als de service wordt geactiveerd. Standaard wordt een melding weergegeven voordat de service wordt uitgeschakeld.

Referenties niet in cache opslaan: Schakel dit selectievakje in als u wilt worden gevraagd om referenties elke keer dat een draadloze verbinding tot stand wordt gebracht (via verificatie) met behulp van 802.1x-profielen waarin de optie ‘Aanmeldingsgegevens voor Windows gebruiken' of de optie ‘Bij verbinding vragen naar referenties’ is ingeschakeld. Standaard worden de referenties opgeslagen in de cache, zodat u alleen de eerste keer om de referenties wordt gevraagd en niet elke keer dat u verbinding maakt of de verbinding verbreekt tijdens een Windows-sessie.

Voorzieningen voor profielbeheer inschakelen: Selecteer deze optie om de draadloze adapter te laten beheren door Intel(R) PROSet. Schakel het vakje uit om Windows XP niet langer te gebruiken voor het beheer van het draadloze netwerk.

Geavanceerde beveiliging

Melden bij controlefout voor 802.1x: Selecteer deze optie als u wilt dat een foutmelding wordt weergegeven wanneer een protocolfout voor 802.1x optreedt.  

Gemengde cel inschakelen: Selecteer deze optie als u het voor de draadloze LAN-adapter mogelijk wilt maken om te communiceren met gemengde cellen. Een gemengde cel is een draadloos netwerk waarin sommige apparaten gebruik maken van WEP en andere niet. Voor de ondersteuning van gemengde cellen moet de optie Cisco Compatible Extensions inschakelen (te vinden in de algemene instellingen van de wizard Profiel) ingeschakeld zijn.

Instellingen voor voorziening voor eenmalige aanmelding Overschakelen naar beheer gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen: Selecteer deze optie om de voorziening voor gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen in de Geavanceerde instellingen van de wizard Profiel in te schakelen. In deze modus worden alleen gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen weergegeven in de profiellijst. Gebruikersprofielen worden niet weergegeven.

Verbinding vóór aanmelding inschakelen: Met deze optie kan het systeem zonder meldingen verbinding maken met een draadloos netwerk voordat u gebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding bij Windows opgeeft. Zie Verbinding vóór aanmelding voor meer informatie. Deze optie kan in dit dialoogvenster niet worden in- of uitgeschakeld. Hier wordt alleen aangegeven welke status is geselecteerd bij de installatie. Zie Voorziening voor eenmalige aanmelding installeren en verwijderen voor meer informatie.

Continue verbinding inschakelen: Deze optie is alleen van toepassing op gemeenschappelijke profielen. Een profiel voor een continue verbinding krijgt voorrang boven alle andere profielen in de profiellijst nadat u zich heeft afgemeld bij de huidige Windows-sessie. Met deze optie wordt een profiel in- of uitgeschakeld waarin de optie voor een continue verbinding is geselecteerd in de wizard Profiel. Deze optie kan in dit dialoogvenster niet worden in- of uitgeschakeld. Hier wordt alleen aangegeven welke status is geselecteerd bij de installatie. Raadpleeg De software installeren en verwijderen.

Profielen

Alleen verbinding maken met dit profiel: Selecteer deze optie om op te geven welk gemeenschappelijk profiel moet worden gebruikt voor de verbinding met een draadloos netwerk. Als u deze optie selecteert, wordt profielschakeling uitgeschakeld. In de lijst worden alleen gemeenschappelijke profielen (al dan niet voor een continue verbinding) weergegeven. Bij de namen van gemeenschappelijke profielen staat een sterretje (*). Als het selectievakje ingeschakeld is en een gemeenschappelijk profiel wordt geselecteerd in de profiellijst, wordt er geen profielschakeling meer uitgevoerd. Als het profiel wordt verwijderd of hernoemd of wordt gewijzigd van een gemeenschappelijk profiel in een gebruikersprofiel, wordt deze voorziening uitgeschakeld.

Knop Bewerken De knop Bewerken wordt gebruikt om het wachtwoord voor de geavanceerde instellingen in te voeren. Als er geen wachtwoord is ingesteld, wordt de knop grijs weergegeven. Standaard is er geen wachtwoord ingesteld.

Knop Wachtwoord

Gebruik deze knop als u systeeminstellingen wilt beveiligen met een wachtwoord, zodat zelfs gebruikers met beheerdersrechten de geavanceerde instellingen niet kunnen wijzigen. De opties kunnen nog wel worden bekeken en nadat het wachtwoord is opgegeven, zijn de knoppen OK, Bewerken, Annuleren en Help beschikbaar. Standaard is er geen wachtwoord ingesteld. Zie Geavanceerde instellingen beschermen met een wachtwoord voor meer informatie.

Knop Importeren/exporteren

Hiermee kunt u profielen importeren in en exporteren uit de lijst met profielen. Zie Profielen importeren en exporteren voor meer informatie.

Knop OK

Hiermee slaat u de instellingen op en keert u terug naar het vorige dialoogvenster.

Knop Annuleren

Hiermee sluit u het dialoogvenster.

Knop Help

Hiermee kunt u de Help-informatie voor dit dialoogvenster bekijken.


Beheerdersrechten en gebruikers met beperkte rechten

Uw computer kan worden ingesteld op volledige toegang of beperkte toegang voor gebruikers.

Opmerking: Zoals u hieronder ziet, kunnen met opties in de geavanceerde instellingen de beperkingen voor gewone gebruikers worden uitgeschakeld. Gebruikers met beperkte rechten spelen alleen een rol als bepaalde opties zijn uitgeschakeld.

Optie in Geavanceerde instellingen:


Overschakelen naar beheer gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen (Ingeschakeld)

 

 

 

 

 

Beheerders en gewone gebruikers hebben dezelfde rechten wanneer deze optie is ingeschakeld.

Wizard Profiel:

  • Het selectievakje Dit profiel kan worden gebruikt door alle gebruikers (gemeenschappelijk) is ingeschakeld en kan niet worden uitgeschakeld.
  • De optie Dit profiel wordt gebruikt wanneer er geen gebruiker is aangemeld (continu) is zichtbaar. Het selectievakje kan worden ingeschakeld en uitgeschakeld.

Pagina Netwerken:

  • Gebruikersprofielen worden niet weergegeven in de profiellijst.
  • De knoppen Bewerken, Toevoegen en Verwijderen zijn alleen beschikbaar voor gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen.
  • De knop Verbinden is niet beschikbaar voor profielen voor continue verbindingen, maar wel voor gemeenschappelijke profielen.
  • U kunt in de profiellijst de prioriteit instellen van gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen.
Overschakelen naar beheer gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen (Uitgeschakeld)

 

 

 

 

 

 

 

Beheerders  

Wizard Profiel:

  • Het selectievakje Dit profiel kan worden gebruikt door alle gebruikers (gemeenschappelijk) is zichtbaar en kan worden in- en uitgeschakeld.
  • De optie Dit profiel wordt gebruikt wanneer er geen gebruiker is aangemeld (continu) is niet zichtbaar.

Pagina Netwerken:

  • Profielen voor continue verbindingen worden niet weergegeven.
  • De knoppen Verbinden, Bewerken en Verwijderen zijn beschikbaar voor gemeenschappelijke profielen en gebruikersprofielen.
  • U kunt in de profiellijst de prioriteit instellen van gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen.
Gebruikers met beperkte rechten

Wizard Profiel:

  • Het selectievakje 'Dit profiel kan worden gebruikt door alle gebruikers (gemeenschappelijk)' is niet beschikbaar.
  • Het selectievakje Continue verbinding wordt verborgen.
  • De knoppen kunnen alleen worden gebruikt om de inhoud van gemeenschappelijke profielen te bekijken.
  • Alle gebruikersprofielen kunnen gewoon worden bewerkt.

Pagina Netwerken:

  • Profielen voor continue verbindingen worden niet weergegeven.
  • De knop Toevoegen kan worden gebruikt.
  • De knoppen Verbinden, Bewerken en Verwijderen zijn beschikbaar voor gebruikersprofielen.
  • De knoppen Verbinden en Eigenschappen zijn beschikbaar voor gemeenschappelijke profielen.
  • U kunt in de profiellijst de prioriteit instellen van gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen. Gemeenschappelijke profielen worden ook weergegeven.

Intel(R) PROSet Configuratieservice

De functie Configuratieservice werkt in de achtergrond en scant constant naar beschikbare netwerken die niet worden genoemd in de profiellijst. Als er geen bruikbare netwerkprofielen zijn in de profiellijst, verschijnt automatisch een dialoogvenster met de beschikbare toegangspunten in het netwerk en de computers (ad-hocmodus) die binnen het bereik van de draadloze adapter vallen. De Configuratieservice kan ook gebruikt worden als er meer dan één draadloze adapter geïnstalleerd is die de 802.11b-band gebruikt.

Belangrijkste voorzieningen van de Configuratieservice:

Wanneer in het dialoogvenster Configuratieservice de knop Verbinden wordt geselecteerd, worden de volgende opties weergegeven:

Automatische verbinding inschakelen

De Configuratieservice controleert ook of een laptopcomputer uit de slaapstand wordt gehaald. In dit geval schakelt de Configuratieservice de automatische verbindingsservice opnieuw in. Deze voorzieningen kunnen opnieuw ingeschakeld worden door de computer opnieuw te starten of door de computer uit de slaapstand te halen.

Voorzieningen die worden uitgeschakeld wanneer een andere toepassing voor profielbeheer wordt gedetecteerd 

Voor AAA Client:

Als u OK selecteert, zal de AAA Client-toepassing de adapter beheren. De huidige verbinding blijft gehandhaafd, maar de onderstaande Intel(R) PROSet-voorzieningen zullen niet meer naar behoren functioneren. Om conflicten te voorkomen, worden de Intel(R) PROSet-voorzieningen voor profielbeheer tijdelijk uitgeschakeld. Als u deze voorzieningen weer wilt inschakelen, schakelt u eerst het andere LAN-hulpprogramma uit en gaat u dan op een van de volgende manieren te werk:

  1. Schakel de voorzieningen weer in vanuit Geavanceerde instellingen van Intel(R) PROSet.
  2. Start de computer opnieuw op vanuit de slaapstand.
  3. Start de computer opnieuw op.
Opmerking: AAA-beheerprogramma voor draadloze clients - Als Intel(R) PROSet een ander AAA-beheerprogramma voor draadloze clients detecteert, wordt een waarschuwingsvenster weergegeven. Als u in dit dialoogvenster "OK" kiest, worden de voorzieningen van Intel(R) PROSet voor profielbeheer automatisch uitgeschakeld. Als Windows XP Zero Configuration niet ingeschakeld is, verschijnt het waarschuwingsvenster alleen als in de geavanceerde instellingen het selectievakje "Melden wanneer voorzieningen voor profielbeheer worden uitgeschakeld" ingeschakeld is. Standaard is dit selectievakje ingeschakeld.

Voor Windows XP Zero Configuration:

Betrokken Intel(R) PROSet-voorzieningen:

Opmerking: Als de hierboven genoemde knoppen worden gebruikt, wordt het volgende bericht weergegeven: "Een ander draadloos LAN-hulpprogramma communiceert met de Intel(R) PRO/Wireless LAN-adapter. Functies voor profielbeheer van Intel(R) PROSet zijn tijdelijk uitgeschakeld om conflicten te vermijden."

Scannen naar beschikbare netwerken

Een snelle manier om een verbinding met een netwerk te maken, is de knop Scannen gebruiken om in het bereik van de draadloze adapter te zoeken naar een toegangspunt van het netwerk. Wanneer een netwerk wordt gevonden, kunt u direct verbinding maken zonder een profiel of een nieuw profiel maken.

Opmerking: Profielen waarvoor de optie Automatisch importeren inschakelen is geselecteerd, zullen ook worden weergegeven in de profiellijst. Zie Automatische profieldistributie voor meer informatie.

Ga als volgt te werk om te scannen naar beschikbare netwerken:

  1. Selecteer de draadloze adapter in het linkerdeelvenster van de pagina Algemeen.
  2. Selecteer de pagina Netwerken.
  3. Klik op de knop Scannen.
  4. In het dialoogvenster Beschikbare netwerken worden de namen weergegeven van de beschikbare netwerken. Klik op de knop Vernieuwen om de lijst van beschikbare netwerken bij te werken.
  5. Selecteer het netwerk in de lijst en klik op de knop Verbinden.
  6. Selecteer de profielnaam als <geen profiel> wordt weergegeven en klik op de knop Verbinden.
  7. Klik op de optie Nee, verbind me rechtstreeks zonder een profiel te maken. U kunt ook op Ja, nu een profiel voor dit netwerk maken klikken en een nieuw profiel maken dat u later kunt gebruiken.
Opmerking: Als in het geselecteerde netwerk gebruik wordt gemaakt van 802.1x-verificatie, moet u eerst een profiel maken met de wizard Profiel. Als in het netwerk echter geen gebruik wordt gemaakt van WEP-beveiliging (Open), 64- of 128-bits WEP-codering of WPA-PSK, kunt u de vereiste beveiligingsinstellingen opgeven in het dialoogvenster dat verschijnt nadat u op de knop Verbinden klikt. In dat geval wordt een eenmalige verbinding tot stand gebracht zonder een profiel te gebruiken.
  1. Klik op OK om de verbinding met een netwerk tot stand te brengen.

Verbinding maken met een netwerk via een toegangspunt

Een infrastructuurnetwerk bestaat uit één of meer toegangspunten en één of meer computers waarin draadloze adapters zijn geïnstalleerd. Elk toegangspunt moet een kabelaansluiting hebben met het LAN (Local Area Network).

Als u een netwerkverbinding wilt maken, maakt u eerst een nieuw profiel met de wizard Profiel. Vervolgens selecteert u dit profiel om verbinding te maken met het netwerktoegangspunt door op de knop Verbinden te klikken. U kunt een verbinding met een netwerk ook tot stand brengen met de knop Scannen. Zie Nieuwe profielen maken voor meer informatie.


Verbinding maken met een peer-to-peer-netwerk (ad hoc)

Verbinding maken met een ad-hocnetwerk
Een ad-hocnetwerk starten
Een ad-hocsessie beëindigen
Een ad-hocprofiel maken met de wizard Profiel

In de ad-hocmodus (peer-to-peer) kunt u informatie verzenden naar en ontvangen van andere computers in een ad-hocnetwerk. Alle draadloze clients in het ad-hocnetwerk moeten dezelfde netwerknaam (SSID) en hetzelfde kanaalnummer gebruiken. Voor een lijst van toegestane ad-hockanalen voor 802.11b, raadpleegt u Adapterinstellingen voor meer informatie.

Opmerking: Als u scant met een ad-hocprofiel dat is ingesteld op een specifiek transmissiekanaal en er een ad-hocnetwerk op een ander kanaal gevonden wordt, wordt u verbonden via het nieuwe kanaal. Het nieuwe kanaalnummer wordt weergegeven in de adapterinstellingen.

Verbinding maken met een ad-hocnetwerk

Opmerking: Voor informatie over verbindingen met een ad-hocnetwerk met gebruikmaking van een profiel raadpleegt u de sectie Een ad-hocprofiel maken met de wizard Profiel.

Verbinding maken met een ad-hocnetwerk met een profiel

Aanmelden bij een ad-hocnetwerk zonder een profiel

Een ad-hocnetwerk starten

U kunt een ad-hocnetwerk starten door uw computer te gebruiken als een draadloos station. Als u deze methode gebruikt, wordt de SSID van uw computer gebruikt om het ad-hocnetwerk tot stand te brengen en kunnen andere gebruikers zich aanmelden bij dat ad-hocnetwerk door hetzelfde kanaal en dezelfde SSID te gebruiken.

Een ad-hocsessie beëindigen

Als u een ad-hocsessie wilt beëindigen, klikt u op het standaardprofiel in de profiellijst en klikt u vervolgens op de knop Sluiten.

Een ad-hocprofiel maken met de wizard Profiel

Hieronder wordt beschreven hoe u een nieuw ad-hocprofiel maakt met de wizard Profiel en hoe u verbinding maakt met een ad-hocnetwerk.

Algemene instellingen

  1. Klik vanaf de pagina Algemeen op de pagina Netwerken.
  2. Klik op de knop Toevoegen. Het dialoogvenster Algemene instellingen verschijnt.
  3. Typ de profielnaam in het veld Profielnaam.
  4. Typ de SSID van het netwerk in het veld Netwerknaam (SSID).
  5. Klik op de Ad-hocmodus.
  6. Klik op Dit profiel met wachtwoord beveiligen om een wachtwoord voor het profiel in te stellen.
  7. Klik op Volgende.

Beveiligingsinstellingen

  1. Selecteer voor de gegevenscodering Geen of WEP
  2. Als u WEP heeft geselecteerd, heeft u de keuze tussen 64-bits of 128-bits voor het coderingsniveau.
  3. Selecteer de sleutelindex 1, 2, 3 of 4.
  4. Geef de vereiste wachtwoordgroep of hexadecimale sleutel op.
  5. Als het selectievakje voor de wachtwoordbeveiliging op de pagina Algemeen is ingeschakeld, klikt u vervolgens op Volgende om de pagina Wachtwoord weer te geven.

Wachtwoordinstellingen

  1. Klik op het selectievakje Dit profiel met wachtwoord beveiligen.
  2. Typ een wachtwoord in het veld Wachtwoord.
  3. Typ het nieuwe wachtwoord nogmaals in het veld Nieuw wachtwoord bevestigen.
  4. Klik op Terug om de instellingen te veranderen of te verifiëren of klik op Voltooien als u klaar bent met de profielinstellingen en wilt teruggaan naar de pagina Netwerken.

Verbinding maken met het netwerk

  1. Het standaardtransmissiekanaal wijzigen op de pagina Adapter: Tenzij de andere computers in het ad-hocnetwerk een ander kanaal gebruiken dan het standaardkanaal, hoeft u het standaardkanaal niet te wijzigen. Als u het standaardkanaal wilt wijzigen, klikt u op de pagina Adapter en klikt u vervolgens op Configureren onder Selectie ad-hockanaal. Kies een band en een kanaal. Klik op OK om de instellingen op te slaan.
  2. Selecteer de pagina Netwerken.
  3. Wanneer het nieuwe profiel is gemaakt, klikt u op het profiel in de profiellijst. Naast de namen van profielen die de ad-hocmodus gebruiken, staat een pictogram van een computer.
  4. Klik op Verbinden om een verbinding met het ad-hocnetwerk tot stand te brengen.

Radio inschakelen/uitschakelen

Als de computer is ingeschakeld, zendt de ingeschakelde adapterradio voortdurend signalen uit. In bepaalde situaties, zoals bij het landen of het opstijgen van een vliegtuig, dienen de signalen van de radio mogelijk te worden uitgeschakeld, zodat deze geen hinder veroorzaken. Hieronder wordt uitgelegd hoe u met het toetsenbord (als deze optie beschikbaar is) en Intel(R) PROSet de radio kunt in- en uitschakelen.

U kunt de radio in- of uitschakelen met het toetsenbord van de computer, de menuoptie op de taakbalk en Intel(R) PROSet. De huidige status van de radio wordt op de taakbalk weergegeven met het desbetreffende pictogram, maar ook op het tabblad Algemeen.

De optionele hardwareschakelaar voor de radio gebruiken

U kunt de radio in- of uitschakelen met het toetsenbord of met een externe hardwareschakelaar, indien deze opties beschikbaar zijn. Neem contact op met de leverancier van uw computer voor meer informatie. Als een van deze opties is geïnstalleerd, wordt op de pagina Algemeen van Intel(R) PROSet de huidige status van de radio weergegeven.

Intel(R) PROSet gebruiken om de radio in of uit te schakelen

De radio kan worden in- en uitgeschakeld vanaf de pagina Algemeen in Intel(R) PROSet. De huidige status van de radio wordt weergegeven met de menuopties op de taakbalk. Als de hardwareoptie is geïnstalleerd, wordt de huidige status van de radio ook aangegeven op de pagina Algemeen.

De radio in- of uitschakelen

Opmerking: Als een laptopcomputer aan staat, zendt de adapterradio voortdurend signalen uit. In bepaalde situaties, zoals in een vliegtuig, kunnen signalen van de radio interferentie veroorzaken.

Ga als volgt te werk om de radio uit te schakelen: Klik vanaf de pagina Algemeen op de knop Uit naast de optie voor het in- of uitschakelen van de radio.

Ga als volgt te werk om de radio in te schakelen: Klik vanaf de pagina Algemeen op de knop Aan naast de optie voor het in- of uitschakelen van de radio.

Wanneer de radio is ingeschakeld, probeert de draadloze adapter met behulp van het laatste profiel een koppeling te maken met het netwerktoegangspunt. Als de adapter geen verbinding kan maken met het toegangspunt, probeert de Configuratieservice een beschikbaar netwerk te vinden. Zie Configuratieservice voor meer informatie.

De radio in- of uitschakelen met de menuoptie op de taakbalk

Klik met de rechtermuisknop op het statuspictogram voor draadloze adapters en selecteer de huidige draadloze adapter. Afhankelijk van de vorige status van de radio, selecteert u Radio uitschakelen (als de radio AAN is) of Radio inschakelen (als de radio UIT is).

Het statuspictogram wordt tevens op de taakbalk weergegeven.

Radio uitgeschakeld met optie op taakbalk

Locatie van pictogram op taakbalk (rechtsonder het bureaublad van Windows)


Radio uitschakelen in Windows

U kunt de radio uitschakelen met Apparaatbeheer van Windows.

Windows XP en 2000:

  1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad op Deze computer en kies Eigenschappen.
  2. Klik op de tab Hardware.
  3. Klik op de knop Apparaatbeheer.
  4. Dubbelklik op Netwerkadapters.
  5. Klik met de rechtermuisknop op de geïnstalleerde draadloze adapter die u gebruikt.
  6. Kies in het snelmenu de optie Uitschakelen.
  7. Klik op OK.

Geavanceerde adapterinstellingen bekijken

Als Intel(R) PROSet niet is geïnstalleerd, zijn in Windows de volgende opties beschikbaar op het tabblad Geavanceerd van de eigenschappenpagina voor de adapter. Als PROSet for Wireless wel is geïnstalleerd, wordt op het tabblad geavanceerd de knop Openen weergegeven. Met deze knop kunt u PROSet for Wireless openen.

Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot het tabblad Geavanceerd:

  1. Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad op Deze computer en kies Eigenschappen.
  2. Klik op de tab Hardware.
  3. Klik op de knop Apparaatbeheer.
  4. Dubbelklik op Netwerkadapters.
  5. Klik met de rechtermuisknop op de naam van de geïnstalleerde draadloze adapter die u gebruikt.
  6. Selecteer de pagina Geavanceerd.

Opties op het tabblad Geavanceerd van Windows XP en 2000:


Voorziening voor eenmalige aanmelding

Met de optie 'Aanmeldingsgegevens voor Windows gebruiken' van de voorziening Eenmalige aanmelding kunt u snel draadloze netwerkverbindingen tot stand brengen met behulp van vooraf geconfigureerde profielinformatie als de servernaam, de domeinnaam, de gebruikersnaam en het wachtwoord. Met deze voorziening worden de gebruikersnaam en het wachtwoord waarmee u zich aanmeldt bij Windows, ook gebruikt voor de 802.1x-referenties en worden de gebruikersreferenties gesynchroniseerd bij het gebruik van de 802.1x-verificaties MD5, TTLS, PEAP en LEAP. Voor TLS-verificatie zijn geen gebruikersnaam en wachtwoord vereist. Als Aanmeldingsgegevens voor Windows gebruiken is ingeschakeld, worden bij verificaties van het type MD5, TTLS, PEAP en LEAP de velden voor gebruikersnaam en wachtwoord in het dialoogvenster Referenties uitgeschakeld. Zie Dialoogvenster Referenties voor meer informatie. Zie Voorziening voor eenmalige aanmelding installeren en verwijderen voor meer informatie.

Opmerking: Als de Windows XP Wireless Zero Configuration-service ingeschakeld wordt, wordt de voorziening Eenmalige aanmelding uitgeschakeld. U kunt echter in de Geavanceerde instellingen de optie Windows XP Zero Config-service uitschakelen zonder melding inschakelen om de Windows XP Wireless Zero Configuration-service automatisch uit te schakelen als de service actief wordt.

Eenmalige aanmelding heeft de volgende opties:

Verbinding vóór aanmelding

Met deze optie kunt u een draadloze verbinding tot stand brengen met de aanmeldingsgegevens voor Windows, voordat u wordt aangemeld bij Windows.

Belangrijke punten voor de verbinding vóór aanmelding:

Een profiel voor een verbinding vóór aanmelding maken

Ga als volgt te werk om een profiel voor een verbinding vóór aanmelding te maken:

  1. Klik vanaf de pagina Algemeen op de pagina Netwerken.

  2. Klik op de knop Geavanceerd.

  3. Controleer of Continue verbinding inschakelen is geselecteerd. Als deze optie niet is geselecteerd, is deze voorziening niet geïnstalleerd tijdens het installatieproces.

  4. Klik op OK om het dialoogvenster Geavanceerde instellingen te sluiten.

  5. Het profiel voor een Verbinding vóór aanmelding wordt toegepast voordat de gebruiker zich aanmeldt bij Windows. Zie Verbinding vóór aanmelding voor meer informatie.

  6. Klik op OK om Intel(R) PROSet te sluiten.

De optie Verbinding vóór aanmelding gebruiken

Hieronder wordt beschreven hoe de functie Verbinding vóór aanmelding werkt op het moment dat het systeem wordt opgestart. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat een profiel is opgeslagen met geldige beveiligingsinstellingen en dat in het profiel de optie "Aanmeldingsgegevens voor Windows gebruiken" of "Referenties opslaan" is geselecteerd, zodat er referenties beschikbaar zijn voor de aanmelding.

  1. Start de computer op of druk op de toetsen Crtl+Alt+Del.

  2. Geef uw Windows-gebruikersnaam, het wachtwoord en het domein op.

  3. Klik op OK.

  4. Het statusvenster voor de verbinding wordt weergegeven. In dit venster wordt de voortgang getoond. Wanneer de draadloze adapter is verbonden met een draadloze router, wordt het statusvenster gesloten en wordt het aanmeldingsproces van Windows voltooid.

  5. Als de draadloze router bij het tot stand brengen van de verbinding uw aanmeldingsgegevens voor Windows afwijst, verschijnt het dialoogvenster Referenties en wordt u gevraagd om uw gebruikersreferenties. Wanneer u na het opgeven van de referenties op OK klikt, wordt het profiel toegepast en wordt in een statusvenster de status van de verbinding aangegeven totdat u bent aangemeld bij Windows. U kunt in het dialoogvenster Referenties ook op Annuleren klikken en een ander profiel proberen.

Opmerking: Selecteer de knop Annuleren om de draadloze verbinding niet tot stand te brengen en verder te gaan met het aanmeldingsproces van Windows.

Continue verbinding

Een continue verbinding kan alleen tot stand worden gebracht met gemeenschappelijke profielen die zijn gemarkeerd als continu. Met een profiel voor een continue verbinding kan de draadloze adapter een draadloze verbinding in stand houden nadat u zich heeft afgemeld bij Windows en totdat de computer wordt uitgeschakeld of een andere gebruiker zich aanmeldt. Met deze optie kan automatisch opnieuw verbinding worden gemaakt terwijl gebruikers zich aan- en afmelden tijdens een Windows-sessie.

Belangrijke punten voor de continue verbinding:

Opmerking: Zie de informatie over de optie Continue verbinding in de Geavanceerde instellingen voor meer informatie.


Welkomstscherm en Snelle gebruikerswisseling van Windows XP

Snelle gebruikerswisseling is standaard ingeschakeld als u Windows XP Home Edition gebruikt. Snelle gebruikerswisseling is beschikbaar in Windows XP Professional als u het besturingssysteem installeert op een zelfstandige of een via een werkgroep verbonden computer. Als een computer met Windows XP Professional wordt toegevoegd aan een domein, is de functie Snelle gebruikerswisseling niet beschikbaar. De functie Snelle gebruikerswisseling en het welkomstscherm van Windows XP worden uitgeschakeld wanneer de voorziening voor eenmalige aanmelding wordt geïnstalleerd.


Intel Tool Kit voor beheerders

De Geavanceerde instellingen van Intel(R) PROSet for Wireless kunnen op afstand worden ingesteld en bijgewerkt met behulp van een klein bestand genaamd swo.ini. Het bestand swo.ini wordt gebruikt om de systeeminstellingen te importeren. Het bevat alle geavanceerde systeeminstellingen en geeft het doel en de mogelijke waarden van elke instelling aan. Als het bestand swo.ini in de importmap Program Files\Intel\PROSetWireless\PROSet\Import wordt gezet, zal PROSet automatisch de instellingen in het bestand swo.ini toepassen als systeeminstellingen verschillen van de instellingen in swo.ini.

 Met het bestand swo.ini kan ook het wachtwoord voor de systeeminstellingen worden toegevoegd, gewijzigd en verwijderd. Als er geen wachtwoord is ingesteld voor de geavanceerde systeeminstellingen wanneer het bestand swo.ini wordt geïmporteerd, worden de instellingen uit swo.ini toegepast, inclusief een eventueel wachtwoord dat is opgenomen in swo.ini. Als er wel een wachtwoord is ingesteld wanneer swo.ini wordt geïmporteerd, moet het wachtwoord in swo.ini overeenkomen met het ingestelde wachtwoord. Is dat niet het geval, dan worden geen wijzigingen aangebracht. In het bestand swo.ini zijn twee velden beschikbaar voor de wachtwoorden voor de geavanceerde systeeminstellingen: Oud wachtwoord en Nieuw wachtwoord. Het wachtwoord in het veld Oud wachtwoord moet overeenkomen met het op het systeem ingestelde wachtwoord. Het wachtwoord in het veld Nieuw wachtwoord wordt gebruikt om een wachtwoord in te stellen of om het bestaande wachtwoord te wijzigen (als ook een oud wachtwoord is opgegeven).

Er is een hulpprogramma genaamd swo.exe beschikbaar waarmee een alfanumerieke tekenreeks kan worden ingevoerd en vervolgens gecodeerd (met de knop Coderen). Het gecodeerde wachtwoord kan worden gekopieerd naar een van de wachtwoordvelden van swo.ini. Raadpleeg de inhoud van swo.ini voor meer informatie over het gebruik. De bestanden swo.ini en swo.exe zijn te vinden in het volgende pad: <stationsletter> (b.v. C:) \PROSet\AdminKit.


Gemeenschappelijke profielen en gebruikersprofielen

Er zijn twee soorten profielen die worden weergegeven in de lijst van profielen voor verbindingen met draadloze netwerken:


Beheerdersrechten en gebruikers met beperkte rechten

Uw computer kan worden ingesteld op volledige toegang of beperkte toegang voor gebruikers. Bij het gebruik van gemeenschappelijke profielen geldt een aantal beperkingen voor gebruikers die geen beheerdersrechten hebben.

Opmerking: Zoals u hieronder ziet, kunnen met opties in de Geavanceerde instellingen de beperkingen voor gewone gebruikers worden uitgeschakeld. Gebruikers met beperkte rechten spelen alleen een rol als bepaalde opties zijn uitgeschakeld.

Optie in Geavanceerde instellingen:


Overschakelen naar beheer gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen (Ingeschakeld)

 

 

 

 

 

Beheerders en gewone gebruikers hebben dezelfde rechten wanneer deze optie is ingeschakeld.

Wizard Profiel:

  • Het selectievakje Dit profiel kan worden gebruikt door alle gebruikers (gemeenschappelijk) is ingeschakeld en kan niet worden uitgeschakeld.
  • De optie Dit profiel wordt gebruikt wanneer er geen gebruiker is aangemeld (continu) is zichtbaar. Het selectievakje kan worden ingeschakeld en uitgeschakeld.

Pagina Netwerken:

  • Gebruikersprofielen worden niet weergegeven in de profiellijst.
  • De knoppen Bewerken, Toevoegen en Verwijderen zijn alleen beschikbaar voor gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen.
  • De knop Verbinden is niet beschikbaar voor profielen voor continue verbindingen, maar wel voor gemeenschappelijke profielen.
  • U kunt in de profiellijst de prioriteit instellen van gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen.
Overschakelen naar beheer gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen (Uitgeschakeld)

 

 

 

 

 

 

 

Beheerders  

Wizard Profiel:

  • Het selectievakje Dit profiel kan worden gebruikt door alle gebruikers (gemeenschappelijk) is zichtbaar en kan worden in- en uitgeschakeld.
  • De optie Dit profiel wordt gebruikt wanneer er geen gebruiker is aangemeld (continu) is niet zichtbaar.

Pagina Netwerken:

  • Profielen voor continue verbindingen worden niet weergegeven.
  • De knoppen Verbinden, Bewerken en Verwijderen zijn beschikbaar voor gemeenschappelijke profielen en gebruikersprofielen.
  • U kunt in de profiellijst de prioriteit instellen van gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen.
Gebruikers met beperkte rechten

Wizard Profiel:

  • Het selectievakje 'Dit profiel kan worden gebruikt door alle gebruikers (gemeenschappelijk)' is niet beschikbaar.
  • Het selectievakje Continue verbinding wordt verborgen.
  • De knoppen kunnen alleen worden gebruikt om de inhoud van gemeenschappelijke profielen te bekijken.
  • Alle gebruikersprofielen kunnen gewoon worden bewerkt.

Pagina Netwerken:

  • Profielen voor continue verbindingen worden niet weergegeven.
  • De knop Toevoegen kan worden gebruikt.
  • De knoppen Verbinden, Bewerken en Verwijderen zijn beschikbaar voor gebruikersprofielen.
  • De knoppen Verbinden en Eigenschappen zijn beschikbaar voor gemeenschappelijke profielen.
  • U kunt in de profiellijst de prioriteit instellen van gemeenschappelijke profielen en profielen voor continue verbindingen. Gemeenschappelijke profielen worden ook weergegeven.

 


De software van Intel(R) PROSet installeren en verwijderen

Wanneer de software van Intel(R) PROSet voor het eerst wordt geïnstalleerd, worden de voorzieningen Eenmalige aanmelding en Verbinding vóór aanmelding standaard niet geïnstalleerd. Als u deze voorzieningen wel wilt installeren, moet u de optie Aangepast kiezen tijdens het installatieproces. De voorziening Eenmalige aanmelding kan ook nog worden geïnstalleerd nadat Intel(R) PROSet al is geïnstalleerd. Zie Voorziening voor eenmalige aanmelding installeren en verwijderen voor meer informatie.

Ga als volgt te werk om de software van Intel(R) PROSet te installeren:

  1. Plaats de installatie-cd in het cd-station.
  2. Klik op Software installeren op het scherm Intel(R) PRO Netwerkverbindingen.
  3. Klik in het welkomstscherm van de InstallShield Wizard voor Intel(R) PROSet op Volgende.
  4. Lees de licentieovereenkomst in het scherm Licentieovereenkomst, selecteer Ik ga akkoord met de voorwaarden van de licentieovereenkomst en klik op Volgende.
  5. Selecteer een van de volgende opties en klik op Volgende.
  • Standaard: Met deze optie wordt Intel(R) geïnstalleerd zonder de voorziening Eenmalige aanmelding. Ga verder met stap 7.
  • Aangepast: Met deze optie kunt u de voorziening Eenmalige aanmelding installeren en er opties voor kiezen. Ga verder met stap 6.
  1. Selecteer de voorzieningen die u wilt installeren of verwijderen:

Voorziening voor eenmalige aanmelding: Tot deze voorziening behoren de opties Aanmeldingsgegevens voor Windows gebruiken en Continue verbinding.

  • Installeren: Klik op Voorziening voor eenmalige aanmelding. Selecteer Dit onderdeel wordt op de lokale vaste schijf geïnstalleerd. Klik op Volgende en ga verder met stap 7. Opmerking: De functie Snelle gebruikerswisseling en het welkomstscherm van Windows XP worden uitgeschakeld
    wanneer de voorziening voor eenmalige aanmelding wordt geïnstalleerd.

  • Verwijderen: Klik op Voorziening voor eenmalige aanmelding. Selecteer Dit onderdeel is niet beschikbaar. Naast de optie wordt een rode x weergegeven om aan te geven dat het onderdeel niet wordt geïnstalleerd. Klik op Volgende en ga verder met stap 7. Opmerking: De functie Snelle gebruikerswisseling en het welkomstscherm van Windows XP worden ingeschakeld wanneer de voorziening voor eenmalige aanmelding wordt verwijderd.

Verbinding vóór aanmelding: Nadat u deze voorziening heeft geïnstalleerd, moet het systeem opnieuw worden gestart.

  • Installeren: Klik op Verbinding vóór aanmelding. Selecteer Dit onderdeel wordt op de lokale vaste schijf geïnstalleerd. Klik op Volgende en ga verder met stap 7. Opmerking: De functie Snelle gebruikerswisseling en het welkomstscherm van Windows XP worden uitgeschakeld
    wanneer de voorziening voor eenmalige aanmelding wordt geïnstalleerd.

  • Verwijderen: Klik op Verbinding vóór aanmelding. Selecteer Dit onderdeel is niet beschikbaar. Naast de optie wordt een rode x weergegeven om aan te geven dat het onderdeel niet wordt geïnstalleerd. Klik op Volgende en ga verder met stap 7. Opmerking: De functie Snelle gebruikerswisseling en het welkomstscherm van Windows XP worden ingeschakeld wanneer de voorziening voor eenmalige aanmelding wordt verwijderd.

  1. Klik op Installeren.
  2. Als de software geïnstalleerd is op de computer, klikt u op Voltooien. Opmerking: Als u de voorziening Verbinding vóór aanmelding heeft geïnstalleerd, moet u het systeem opnieuw opstarten.
  3. Klik op Sluiten.

Voorziening voor eenmalige aanmelding installeren en verwijderen

De voorzieningen Eenmalige aanmelding en Verbinding vóór aanmelding worden standaard niet geïnstalleerd bij de installatie van de software. U kunt deze voorzieningen echter ook nog installeren (of verwijderen) nadat Intel(R) PROSet is geïnstalleerd.

Ga als volgt te werk om de voorzieningen Eenmalige aanmelding en Verbinding vóór aanmelding te installeren nadat Intel(R) PROSet al is geïnstalleerd:

  1. Klik op Start àInstellingenàConfiguratiescherm àSoftware àIntel(R) PROSet.
  2. Selecteer Wijzigen.
  3. Klik in het welkomstscherm van de InstallShield Wizard voor Intel(R) PROSet op Volgende.
  4. Selecteer Wijzigen in het scherm Programmaonderhoud en klik op Volgende.
  5. Selecteer een van de volgende opties en klik op Volgende.

Voorziening voor eenmalige aanmelding: Tot deze voorziening behoren de opties Aanmeldingsgegevens voor Windows gebruiken en Continue verbinding.

  • Installeren: Klik op Voorziening voor eenmalige aanmelding. Selecteer Dit onderdeel wordt op de lokale vaste schijf geïnstalleerd. Klik op Volgende en ga verder met stap 6. Opmerking: De functie Snelle gebruikerswisseling en het welkomstscherm van Windows XP worden uitgeschakeld
    wanneer de voorziening voor eenmalige aanmelding wordt geïnstalleerd.

  • Verwijderen: Klik op Voorziening voor eenmalige aanmelding. Selecteer Dit onderdeel is niet beschikbaar. Naast de optie wordt een rode x weergegeven om aan te geven dat het onderdeel niet wordt geïnstalleerd. Klik op Volgende en ga verder met stap 6. Opmerking: De functie Snelle gebruikerswisseling en het welkomstscherm van Windows XP worden ingeschakeld wanneer de voorziening voor eenmalige aanmelding wordt verwijderd.

Verbinding vóór aanmelding: Nadat u deze voorziening heeft geïnstalleerd, moet het systeem opnieuw worden gestart.

  • Installeren: Klik op Verbinding vóór aanmelding. Selecteer Dit onderdeel wordt op de lokale vaste schijf geïnstalleerd. Klik op Volgende en ga verder met stap 6. Opmerking: De functie Snelle gebruikerswisseling en het welkomstscherm van Windows XP worden uitgeschakeld
    wanneer de voorziening voor eenmalige aanmelding wordt geïnstalleerd.

  • Verwijderen: Klik op Verbinding vóór aanmelding. Selecteer Dit onderdeel is niet beschikbaar. Naast de optie wordt een rode x weergegeven om aan te geven dat het onderdeel niet wordt geïnstalleerd. Klik op Volgende en ga verder met stap 6. Opmerking: De functie Snelle gebruikerswisseling en het welkomstscherm van Windows XP worden ingeschakeld wanneer de voorziening voor eenmalige aanmelding wordt verwijderd.

  1. Klik op Installeren.
  2. Als de software geïnstalleerd is op de computer, klikt u op Voltooien. Opmerking: Als u de voorziening Verbinding vóór aanmelding heeft geïnstalleerd, moet u het systeem opnieuw opstarten.
  3. Klik op Sluiten.

Terug naar inhoudsopgave